Woning J&M
Anderlecht
Woning J&M
Anderlecht 2010
Een bescheiden herenhuis uit 1907 kreeg een nieuw kleedje aangemeten. De opeenvolgende oplapwerken door vorige eigenaars hadden hun sporen nagelaten en hadden de charme van het klassieke pand grotendeels teniet gedaan. Anderzijds kende het pand ook een aantal sterke punten. Het bezat een grote ruimtelijkheid door de hoge vertrekken, de grote raampartijen en het ontbreken van achterstructuren. Ook bezat het huis een tuin en was de totale woonoppervlakte met 300m2 aan de hoge kant.
In het ontwerp worden deze sterke punten dan ook behouden en worden de betekenisvolle klassieke elementen opnieuw benadrukt. Zo krijgen de traphal alsook de plaatsen aan de straatkant zowel op het gelijkvloers als op de eerste verdieping opnieuw hun vroegere luister. De ruimtes aan de tuinkant transformeren ingrijpender. De typische, in een latere bouwfase toegevoegde sanitaire bijbouw wordt opgewaardeerd en krijgt naast zich een nieuw volume twee verdiepingen hoog. Deze toevoeging verrijst op het vroegere weinig aangename terras en wordt opgevat als communicatiecentrum tussen keuken, bureau, tv-ruimte, speelkamer én tuin. Bovendien zorgt deze aanbouw die aan de tuinkant van een groot raam is voorzien voor een rationalisering van de achtergevel die verder volledig met zwarte leien wordt bedekt. Aangezien het om een vide gaat waarvan het plafond zich op zeven meter hoog bevindt, is er geen gebrek aan rechtstreeks licht in de middelste plaats, de keuken. Op deze manier wordt op een subtiele manier aangesloten bij de typische Brusselse opdeling met naast de trap drie plaatsen achter elkaar, maar zonder de tweede plaats te verduisteren.
Anders dan men van buitenuit zou vermoeden huizen er vier volwaardige verdiepingen onder het dak. Door de voorgevel op te hogen en de dakgoot op het niveau van de aanpalende huizen te brengen, verkrijgt men niet alleen een harmonisering van het straatbeeld, maar ook een verbeterde lezing van de voorgevel. Op het nieuwe dak verschijnt een opvallende erker die met de negentiende eeuwse gevel een relatie aangaat. De erker past in het gabarit van de woning en is vormgeven volgens de verhouding van de grote ramen op de verdiepingen. Aan de voorzijde volledig beglaasd zonder tussenprofielen of vaste delen is het geheel zo licht mogelijk gehouden. De zijwanden zijn sober bekleed met dezelfde leien als het dak. Door dit sobere uiterlijk en doordat de erker zich in hetzelfde vlak als de voorgevel, zwevend boven de dakgoot bevindt, tracht het de woning niet te negeren, maar integendeel er een meerwaarde aan te geven.
Deze meerwaarde vertaalt zich niet enkel in de buitenkant van de woning. Binnenin komt het dakvolume ook de beleving en de levenskwaliteit van de bewoners ten goede. Achter dit grote raam bevindt zich de badkamer die baadt in het licht. Ook biedt het hoge plafond er een onverwacht gevoel van ruimtelijkheid. In die zin is het eigenlijk een verderzetten van de ruimtelijkheid van de hoge ruimtes op de andere verdiepingen. De specifieke detaillering aan de binnenzijde van dit raam geeft de badkamer de allure welke de rest van de klassieke woning inherent in zich draagt. Toch komt deze hedendaagse ingreep niet enkel de badkamer ten goede, tegelijkertijd zorgt deze erker ervoor dat de slaapkamer erboven voldoende licht en zicht krijgt doorheen de badkamer naar de straat.